Woorden

Waar je woont, gebruik je de woorden die iedereen kent: je buren, ouders, oudste zus en de forens naast je in de trein – OV-chipkaart in de ene hand en een koffie van Albert Heijn in de andere. Woorden die bij Nederland horen, zoals forens, OV-chipkaart en Albert Heijn. Iedereen weet wat ze betekenen.

 

Ik gebruik nu, in Abu Dhabi, heel andere woorden dan eerst. Ik praat nooit meer over mijn OV-chipkaart, want ik heb er geen meer. En zo zijn er veel meer dingen veranderd (bijna alles, eigenlijk!). Opvallend feit: de woorden die ik nu gebruik, beschrijven mijn leven nu. Daarom is het leuk om er een paar op een rij te zetten:

 

  • AM/PM. Niks ‘acht uur’ en niet weten of er ochtend of avond bedoeld wordt. Hier zeg je er altijd ‘AM’ of ‘PM’ bij: voor of na de middag. Handig!
  • Airconditioning. Ik ben er nooit echt mee bezig geweest, behalve ooit op vakantie in Griekenland. Maar hier is airconditioning iets waar je het vaak met anderen over hebt, want je gebruikt het bijna elke dag wel een keer.
  • Taxi. Een taxi is een luxe in Nederland, en soms ga je ermee naar Schiphol. Maar hier is een taxi gewoon openbaar vervoer en het kost ook minder. Om de zoveel tijd zeg ik dus ‘ik bel even een taxi’.
  • Park. Naar het park (of het strand, of de woestijn) ga je nooit zomaar, maar zo vaak mogelijk als het weer nog goed genoeg is. Lees: in de wintermaanden, als het nog niet veel te heet is. In de zomer blijf je binnen. ‘Kom we gaan naar het park’ betekent dus zoveel meer dan dat.
  • Vakantie. Hetzelfde verhaal als ‘park’. In de zomer gaan veel expats op familiebezoek. Omdat het vakantie is, maar ook voor wat koelte.

 

En nu ga ik naar het park!